“A new social type was being created by the apartment building, a cool, unemotional personality impervious to the psychological pressures of high-rise life, with minimal needs for privacy, who thrived like an advanced species of machine in the neutral atmosphere. This was the sort of resident who was content to do nothing but sit in his over-priced apartment, watch television with the sound turned down, and wait for his neighbours to make a mistake.”
― J.G. Ballard, High-Rise
De aftrap van de filmreeks bleek een avond te zijn van uitersten en waar hoogbouw er niet geheel zonder kleerscheuren vanaf kwam.
Frans Schilder van het planbureau voor de Leefomgeving begon zijn introductie met de mededeling dat hij vanavond geen oplossingen zou geven voor hoe de regio Den Bosch om moet gaan met de woningbouwopgaven. ‘ik heb geen plan voor Den Bosch’. Maar ‘ga anders te werk dan in de film HighRise’. Dat bleek na het zien van de destructieve film geen overbodig advies.
Frans Schilder geeft in zijn presentatie inzicht in de complexiteit om kaders te vormen voor het werkveld van de toekomstige woningbouwopgaven. Moeten we alles binnenstedelijk ontwikkelen (Highrise) of gaan we ‘naar buiten’ met vinex of tinyhouse. De opgave is hoe dan ook ingewikkeld en met de strijd die nu gestreden moet worden om de eerste stap te kunnen maken op de woningbouwladder legt hij een relevante link met de film Highrise waar het gevecht draait om hoger op de sociale piramide te komen.
De moeilijkheid ligt mede in de onzekerheid van demografische groei, maar ook door de regionale belangen, diverse beleidsschalen en een complexe mix van verschillende claims op de ruimte. Hij laat letterlijk zien hoe de uitkomsten kunnen verschillen door anders aan de knoppen van de variabelen te draaien. ’sectorale oogkleppenverhaal’ ligt op de loer en hiermee geeft hij de ‘beleidswereld een veeg uit de pan’.
Later in zijn presentatie kan Frans Schilder de verleiding toch niet weerstaan om zijn persoonlijke kijk op de materie te geven, beginnende met ‘De trek naar de stad; het hoeft niet; je kan andere keuzes maken. Je hoeft er geen Manhatten van te maken’. Zo is hij meer genegen om nog meer naar het kleine te kijken; naar de kleine leefomgeving. ‘het ergste wat je kan doen is een minister met ambtenaren in een toren in Den Haag, die een viltstift pakt en op een kaart van NL gaat tekenen waar je wel en niet mag bouwen
‘Je moet de woningbouw opgave terugleggen in de regio. Sturing moet regionaal en lokaal gebeuren.’ Dat is zijn persoonlijke overtuiging.
Een ‘kleine korrel’, zoals uit de zaal als opmerking kwam, lijkt dus essentieel in de huidige planvorming.
In de film Highrise wordt deze schaal van de mens centraal gesteld in een ontsporende woongemeenschap in een toren. De druk van de sociale hiërarchie en de beperkte privacy, waar ‘the architect’ te weinig oog voor had, en de hoogmoed van het kunnen scheppen van zijn utopische microwereld bleken de kiemen te zijn waaruit een gewelddadige en seksistische samenleving groeide. Plannen maken voor de toekomstige leefomgeving lijkt ook op schaal van een gebouw niet geheel zonder risico’s.
Bekijk de introductie van Frans Schilder:
De filmreeks is tot stand gekomen in samenwerking met de Verkadefabriek