Rijkskbouwmeester Floris Alkemade praatte op de DDW op 21 oktober over de woningbouwopgave voor Nederland; over duurzamer en flexibeler bouwen. Aan tafel ook Violette Schönberger over flex-wonen en Emile van Vugt over houtbouw en meer.
Gebruik de woningbouwopgave voor het vernieuwen van de stad zoals we hem kennen
De opgave voor de woningbouw ligt volgens de Rijksbouwmeester vooral in de bestaande stad en gaat ook vooral niet teveel over aantallen maar over sociale segregatie, vergrijzing en vereenzaming.
Hij pleit er voor dat we de woningbouwopgave gebruiken voor het vernieuwen van de stad zoals we hem kennen, en refereert aan de kwaliteit van de historische binnensteden die tot stand is gekomen door het generatielang sleutelen en doorwerken aan de stad; het recept voor kwaliteit.
Flexwonen in collectieve vorm wordt als woonvorm aangedragen als een oplossing voor de eenpersoonshuishoudens. Maar wel dan in een vorm met een robuuste structuur met blijvende kwaliteit.
De opgave lijkt er op wijkniveau te liggen; hij pleit voor een wijken waarbinnen wooncarrière te maken is.
we hebben elkaar hard nodig in de woningbouwopgaven
Maar in het gesprek lijkt het vooral te gaan over processen. Er wordt geconcludeerd dat we elkaar hard nodig in de woningbouwopgaven; een samenwerking tussen overheden en private partijen voor opgaven op wijkniveau. Een integrale werkvorm tussen opdrachtgevers, stad, corporaties, bewoners moet standaard worden om de goede vragen te kunnen stellen, en tot de verbeelding sprekende projecten te kunnen komen. Een oproep aan alle betrokken partijen om de verantwoordelijk te voelen voor zaken die niet binnen je eigen domein vallen om zo de noodzakelijk verbanden te leggen.
En daarmee overlapt deze conclusie met de uitkomst van het BAI gesprek over de opgave voor woonomgeving voor de Bossche ouderen en lijkt de opgave op wijkniveau te liggen in andere planvorming processen.